Geen producten in uw winkelwagen.
Teken
Teken zitten in struikgewas, bomen en op grassprieten te wachten tot een gastheer langskomt. Ze gaan extreem zuinig met hun energie om en kunnen meer dan een jaar zonder voedsel, sommige soorten wel vijf jaar. Teken detecteren hun potentiële gastheer door de uitgestraalde lichaamswarmte en wellicht ook door de geur. Een teek kan enige dagen tot enkele weken op dezelfde gastheer blijven zitten. Ze kunnen via de ledematen of staart van de gastheer omhoog klimmen. Teken hebben een voorkeur voor nek, oren, kop, poten en liezen maar kunnen ook elders op het lichaam voorkomen. Een teek loopt meestal enige minuten rond op zoek naar een optimale plaats alvorens zich in de huid vast te bijten.
Alle teken leven van bloed en lichaamsvloeistoffen van gewervelde dieren. Tot de prooidieren behoren onder andere: reptielen, vogels en zoogdieren als knaagdieren, hoefdieren, katachtigen, hondachtigen, vleermuizen en primaten, waaronder de mens.
Teken kunnen verschillende ziekten overbrengen, ze worden daarom een vector genoemd. Na de steekmuggen zijn teken de belangrijkste verspreiders van ziekteverwekkers.
Tekenbeten kunnen ziekten veroorzaken. Het gevaar van de teek komt niet door de beet zelf, maar door de bacterie die de teek mee kan dragen. Deze bacterie, genaamd Borrelia Burgdorferi, is de veroorzaker van de ziekte van Lyme. De kans op besmetting is gering als de teek binnen 24 uur verwijderd wordt (maar geen garantie). Bijna alle mensen die Lymeziekte oplopen, krijgen een kenmerkende rode ring of vlek bij de plek van de tekenbeet, de zogenaamde erythema migrans. Zodra deze erythema migrans wordt waargenomen moet de huisarts worden geraadpleegd. Omdat de rode verkleuring niet altijd optreedt is het van groot belang om na elke tekenbeet alert te blijven op symptomen van Lymeziekte.
Tekenbeet
Een beet van een teek veroorzaakt een plaatselijke verdoving die veroorzaakt wordt door het speeksel van de teek. In het speeksel zit ook een stof die bloedstolling tegengaat. Door deze bloedstolling kan de teek het bloed van zijn gastheer blijven opzuigen, er wordt geen stolsel gevormd. Sommige teken scheiden nadat ze zich in de huid hebben geboord een aparte lijmstof uit zodat ze zich goed kunnen vasthechten. Door het opzuigen van bloed bijten ze zich vast in de huid. Ze groeien langzaam uit tot een grijs bolletje. Teken kunnen meer dan tien keer het eigen lichaamsgewicht opzuigen. Door de extreem rekbare huid kan een vrouwtje na het opzuigen van het bloed uitgroeien tot een bolletje dat goed zichtbaar is.
Tekenbeet voorkomen
Het allerbeste is natuurlijk om een teken-beet zo veel mogelijk te voorkomen. Dat kan o.a. door in de natuur op de paden te blijven, Tickless te dragen, en na mogelijk contact het lichaam te controleren op teken. Teken zoeken eerst een goed plekje en moeten hun steeksnuit eerst in de huid brengen. Dit neemt enige tijd in beslag, waardoor men ook teken op het lichaam kan aantreffen die nog niet hebben gebeten.
Tekenbeet herkennen
Hoe een tekenbeet eruit ziet, hangt af van het stadium van de levenscyclus van de teek en hoe lang de teek in de huid vastzit. De kleinste teken zijn nauwelijks zichtbaar, maar de volwassen teken zijn daarentegen vrij goed te zien en te herkennen. Het tekenstadium heeft ook invloed op hoe de rode bult of vlek eruit ziet die rond de plek van de beet ontstaat.
Een teek heeft 4 stadia; ei, larve, nimf, adult (volwassen). Vanaf het larvestadium kan de teek via een beet bloed opnemen van een gastheer (mens of dier). Na een bloedmaaltijd gaat de teek over naar een volgend groter stadium. In het adult stadium heeft alleen een vrouwtjesteek bloed nodig, namelijk voor de productie van eitjes, waarbij de teek sterk vergroot. De mannetjesteek heeft niet per se bloed nodig en voedt zich slechts af en toe in beperkte mate met bloed.
Tekenbeet van tekenlarve
Een tekenbeet van een tekenlarve is zeer moeilijk te herkennen doordat de tekenlarve zéér klein is: kleiner dan een millimeter. De tekenbeet kan makkelijk ongemerkt plaatsvinden en bij ontdekking van de minuscule teek kan het lijken op een huidkorstje. Ook onder een vergrootglas is de teek moeilijk te herkennen en zijn de poten (6 stuks bij een tekenlarve) nauwelijks te onderscheiden. De teek valt nog het meest op bij een trage voortbeweging, want een dode of stilstaande tekenlarve lijkt wel slechts een pluisje te zijn.
Wel is gelukkig slechts een klein percentage van de tekenlarven al geïnfecteerd wanneer het uit het ei komt. Een beet van een tekenlarve geeft vaak een klein rood plekje van enkele millimeters.
Tekenbeet van tekennimf
De nimf is het tweede stadium van de teek en de meest verraderlijke. Tekennimfen zijn ook nog erg klein (een ruime millimeter) en doordat ze in een eerder stadium, als larve, al een keer mogelijk geïnfecteerd bloed hebben opgezogen van een eerdere gastheer, is een groot deel van de tekennimfen geïnfecteerd met de Lyme-bacteriën en mogelijk andere ziekteverwekkers.
Een tekenbeet van een teek in nimf stadium ziet er (sterk vergroot) uit zoals op onderstaande foto. Links op de afbeelding is een liniaal met millimeteraanduiding te zien. Aan de aanwezigheid van 8 poten en het formaat is af te leiden dat het een nimf is.
Een tekenbeet van een teek in nimf stadium:
Hoewel de tekennimf iets groter is dan de tekenlarve en iets makkelijker te ontdekken en te herkennen is, zal de tekennimf toch nog vaak niet of niet direct ontdekt worden. Een tekenbeet van een tekennimf geeft meestal een iets groter rood plekje dan van een tekennimf, ongeveer zoals een gemiddelde bult van een muggenbeet.
Tekenbeet van een volwassen teek
Een tekenbeet van een volwassen teek is veel makkelijker te ontdekken en te herkennen. Meestal gaat het om een vrouwtjesteek en deze is groter dan het mannetje en veel groter dan de larve en nimf. Bij de ixodes ricinus teek is het roodbruine achterlijf heel herkenbaar. Bij een mens zal een tekenbeet van een volwassen teek vaak wel worden opgemerkt.
Als een vrouwjesteek langere tijd blijft zitten, zal ze zeer sterk vergroten (tot wel een cm en bolvormiger) en grijs van kleur worden. De larve en nimf zullen ook wat groter worden tijdens een bloedmaaltijd, maar lang niet zo extreem als een volwassen vrouwtjesteek.
Het percentage besmette teken in het volwassen stadium is vergelijkbaar met de nimfen. Het schommelt per jaar en per locatie voor beide stadia grofweg rond de 20%, dus 1 op de 5 teken.
De beet van een volwassen teek geeft vaak iets heftigere huidreacties, wat waarschijnlijk deels komt door de dikkere steeksnuit van de volwassen teek. De rode vlek die bij de tekenbeet als huidirritatie ontstaat, is vaak meer onregelmatig en iets groter dan bij een tekenbeet van nimfen.
Verdere kenmerken van een tekenbeet
Een tekenbeet wordt meestal niet gevoeld, doordat de teek een verdovende stof in de huid brengt. Na de tekenbeet kan het bultje op de huid dat overblijft echter sterk jeuken, vergelijkbaar met een muggenbult. Hoe langer de teek in de huid heeft gezeten, hoe meer geïrriteerd de huid is geraakt. Het beetplekje kans soms wekenlang zichtbaar blijven.
Behalve deze normale huidirritaties op de plek van de tekenbeet, kunnen soms ook heftigere allergische reacties ontstaan waarbij een groter gebied van de huid rood kleurt, zoals dat ook kan gebeuren na een muggenbeet.
Beide verschijnselen staan echter los van een infectie met de Lyme-bacterie, die rond de plek van de tekenbeet een meestal rode zich geleidelijk uitbreidende (ringvormige) huiduitslag kan geven. Die huidaandoening is wat men noemt een erythema migrans.
Het beetplekje dat op de huid overblijft na een beet van een teek wordt soms ook een tekenbeet genoemd, net als bij een muggenbeet.
Wat te doen bij een tekenbeet
In geval van een tekenbeet moet de teek zo snel mogelijk worden verwijderd, omdat een teek ziekteverwekkers bij zich kan dragen, waaronder de Borrelia-bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Maar behalve snel is het is ook belangrijk dat het verwijderen van een teek zorgvuldig gebeurd.